WAT IS ARFID?

ARFID staat voor Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder of vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis. Dat houdt in dat er te weinig en/of heel selectief gegeten wordt. Men spreekt pas van ARFID indien dit gepaard gaat met lichamelijke en/of psychosociale problemen.

Sinds 2013 is deze eetstoornis opgenomen in de DSM-5. Voordien sprak men voor de heel selectieve eters van "Feeding Disorders of Infancy or Early Childhood", de voedingsstoornissen op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd. Sinds de opname in de DSM werd de leeftijdsrestrictie weggelaten. ARFID kan zich dus voordoen in de babytijd, de (vroege) kindertijd alsook in de volwassenheid. Daarnaast werd het criterium van ondergewicht en/of onvoldoende groei geschrapt. Ook bij een normale groei en gewicht - zelfs bij overgewicht - kan er sprake zijn van ARFID. Dat maakt het mogelijk om breder te kijken en deze eetstoornis sneller te detecteren.


HOE KAN JE ARFID HERKENNEN?


Opgelet, deze indicaties hoeven niet samen voor te komen en kunnen dus los van elkaar gezien worden.


DRIE TYPES VAN ARFID


ARFID ≠ PICKY EATING

Picky eating valt binnen de normale eetontwikkeling. Zo hebben alle kinderen een periode van selectiever eten, dit treedt doorgaans op tussen het eerste en vierde levensjaar. Rond de leeftijd van zes jaar waait dit vanzelf over en breiden kinderen hun eetpatroon uit. Dat neemt niet weg dat sommige mensen heel hun leven selectiever eten en bepaalde zaken niet lusten. Toch zal het hen niet belemmeren om te participeren aan het sociaal leven.

Bij ARFID daarentegen gaat dit niet zomaar over en blijft het restrictieve of selectieve eetgedrag persisteren. Een kind of volwassene dat zeer selectief eet omwille van ARFID zal een enorme impact ervaren op zijn psychosociaal functioneren. Hetzelfde geldt voor wie zeer restrictief eet. Omwille van de complexiteit van deze eetstoornis en de angst om te eten, zal het moeilijker zijn om te participeren aan het sociaal leven. Zij zullen daardoor vaker in een sociaal isolement terecht te komen.



ARFID ≠ ANOREXIA

ARFID wordt ook wel eens verward met anorexia, toch is er een wezenlijk verschil. Iemand met anorexia kan wel eten, maar wilt het niet. Dat heeft te maken met het vertekende lichaamsbeeld dat eronder zit. Ze streven ernaar om mager te zijn vanuit onderliggende psychologische problemen.

Wie ARFID heeft wil heel graag eten, maar kan het niet. De angst die ermee gepaard gaat is te sterk waardoor het niet lukt om tot eten te komen of om bepaalde voedingsmiddelen te eten. Hier is geen sprake van een vertekend lichaamsbeeld en zij willen helemaal niet slank zijn. Meer nog, mensen met ARFID en ondergewicht vinden dit niet mooi en ervaren vaak schaamte.

Het is belangrijk om dit onderscheid goed te begrijpen. Wanneer vooral gekeken wordt naar medische parameters dan kunnen beide eetstoornissen met elkaar verward worden, met name in het geval van restrictief eten dat gepaard gaat met ondergewicht. Een goede vraagverheldering die peilt naar de gevoelens, angsten en gedachten rond eten kan het verschil hier blootleggen. Dat is cruciaal om patiënten te helpen. Een behandeling die gericht is op anorexia is nefast voor een ARFID patiënt omdat de kern van het probleem dan over het hoofd gezien wordt.


EetMee_ARFID_folder.PDF (11,6Mb)

MULTIDISCIPLINAIRE GROEPSPRAKTIJK VOOR KINDEREN MET EETPROBLEMEN

- ondersteuning voor het hele gezin -